Linkshandigheid

Steineronderwijs profileert zich graag als steeds vernieuwend en vooruitstrevend. In de praktijk blijkt vaak het omgekeerde en de talrijke vernieuwingen die de laatste decennia in het onderwijsveld zijn doorgevoerd, lijken aan de steinerschool te zijn voorbijgegaan.
Een paar jaar geleden bevestigde een schoolbegeleider ‘dat in de hele geschiedenis van de steinerschool in feite weinig is gebeurd. Er wordt nog steeds periodeonderwijs gegeven en de thematieken zijn nog grotendeels hetzelfde. Ideeën van Steiner worden nog klakkeloos overgenomen’ (1) ( pdf). Een van die ideeën is dat linkshandige kinderen beter rechts zouden leren schrijven.

Vermoedelijk is de Steinerschool nog de enige school die zich de vraag stelt of het inderdaad niet beter is linkshandige kinderen rechtshandig te leren schrijven. Een blik op de geschiedenis van het onderwijs toont dat tot vóór enkele decennia ongeveer elk kind, desnoods onder pijnlijke dwang, verplicht werd rechts te leren schrijven.

De laatste decennia is daar een kentering in gekomen, voornamelijk op grond van het feit dat bij dergelijke kinderen vaak problemen werden vastgesteld (stotteren, angsten, verkramping, leermoeilijkheden,…) is men linkshandige kinderen meer en meer linkshandig laten schrijven, voor zover mij bekend leren linkshandige kinderen op geen enkele reguliere school nog rechts te schrijven.’ (2) (bron).

Het is nog niet zo lang geleden dat bij linkshandigen wanneer ze het durfden om met de linkerhand te schrijven, mijn grootmoeder vertelde dat vaak, door de leraar met een houten liniaal op de ‘duivelshand’ werd geslagen. Want links schrijven, dat kon niet anders dan werk van de duivel zijn. En dat barbaarse tikken met een liniaal hielp. Na verloop van tijd voelde de linkerhand zo pijnlijk aan dat men niet anders kon doen dan proberen met rechts te schrijven.

In de steinerschool gaat dat natuurlijk niet zo: daar heeft men vanuit hogere werelden begrepen dat deze omschakeling van links naar rechts beter kan worden bewerkstelligd door in plaats van de handen, het hart aan te spreken.

‘…Grote aandacht besteedt Rudolf Steiner aan de linkshandigheid. Volgens hem is in onze tijd, waarin de bewustzijnsziel zich ontwikkelt, de rechtshandigheid op zijn plaats. Rechts zijn wij meer op de buitenwereld gericht, links is onze hartekant, leeft meer ons gevoel. De kinderen linkshandig laten, betekent ze niet intensief genoeg met onze tijd, met het actieve leven te verbinden. Zij zijn vaak ook erg onhandig. Het is goed om zo vlug mogelijk linkshandigen trachten te genezen…’ (3)

Daar gaan we weer: genezen. Deze keer zijn het linkshandigen die eraan moeten geloven. Maar het klinkt wel mooi en vol betrokkenheid. Die arme, zieke schaapjes moeten heel snel genezen worden.
In een cultuur waar van links naar rechts wordt geschreven, is links schrijven natuurlijk lastig, omdat de linkerhand geregeld over de nog natte inkt glijdt en er daardoor op het papier vlekken kunnen ontstaan. Om dan echter van een ziekte te spreken, is wel overdreven. Maar tja, zijn volgens antroposofische inzichten niet alle kinderen ziek, want ze moeten in ieder geval genezen worden? Ze horen dan, bij nazicht van antroposofische literatuur, thuis in het rijtje van andere groepen die blijkbaar nog op genezing wachten. Daarvan hebben we al genoemd: kinderen in het algemeen en behalve het blanke, alle andere rassen, maar de Indianen in het bijzonder (die moesten dood, want karmisch bepaald?). Waar zit de opvoedkundige meerwaarde van dergelijke stellingen? Zouden zo’n ‘wijsheden’ tot een brede ontwikkeling leiden? Dit is behoorlijk eng.
Wie we ook zeker niet mogen vergeten in het rijtje van mensen die na analyse van door antroposofen verkondigde prietpraat in aanmerking komen om een mogelijke afwijking te hebben (of door God zijn gestraft?), zijn homoseksuelen, want die zouden ‘te los in hun lichaam zitten’ en daardoor naar het vrouwelijke neigen. Dit is antroposofisch geleuter voor ‘we zien iets dat ons niet past, maar we weten niet waarom en dan verzinnen we wat’. Wanneer we een en ander op een rijtje zetten, blijft er antroposofisch gezien, buiten de blanke, heteroseksuele, rechtsschrijvende, niet gehandicapte volwassene, eigenlijk niet veel meer over dat nog als normaal of gezond kan worden beschouwd. Is volgens antroposofen onze aarde een strafkolonie van God die zij moeten beheren?

Noten:

(1) Y. van Holsteijn, Vrijeschoolonderwijs toe aan vernieuwing?, Seizoener 2006, (pdf)

(2) De Mare, het schooltijdschrift van de Gentse Rudolf Steinerschool, 25ste jaargang, themanummer Taal, (bron)

(3) E. landweer, Met de handen werken – kunstzinnig onderwijs op de Vrije Scholen in Nederland, Vrij Geestesleven 1977. Als syllabus voor het academiejaar 2008-2009 uitgegeven door Hogeschool Helicon

Linken:

Linkshandigheid (Wikipedia)

Handvoorkeur en taaldominantie

Genezend onderwijzen

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Author: Ramon De Jonghe

7 thoughts on “Linkshandigheid

  1. Ik ben linkshandig en op mijn vrije school vonden ze dat prima. Daarbij had ik ook een lerares die lesbisch is en daar deed ook nooit iemand moeilijk over, zowel de leraren niet als de leerlingen.
    Periode onderwijs heeft mij heel veel goede dingen gebracht, want op deze manier is er de kans in het onderwijs om voor een korte tijd onderwerpen te behandelen die niet direct in het hokje: wiskunde, aardrijkskunde of een dergelijk standaard vak passen. Erg leuk en later ook nuttig, want zo bouw je een bredere kennis op. Daarbij worden ook periodes gegeven die wel gaan over vakken als wiskunde en aardrijkskunde, etc, zo krijgen ook kinderen die deze vakken niet volgen hier een belangrijk stuk basiskennis van mee.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *