Onpedagogie

We duiken even in het archief. Drie jaar geleden verscheen namelijk in Duitsland een spraakmakende documentaire over steinerscholen. Daarin klonken zowel stemmen in het voordeel als in het nadeel van de antroposofische school.
Buiten een link in de menubalk van deze site en een verwijzing ernaar in ‘Overzicht’, heb ik verder weinig aandacht aan de film besteed. Ik kom er nu even op terug door wat ik in een reactie van Erika, een bezoekster van deze site, las.

Ikzelf heb in de 1ste en de 2de klas breilessen en haaklessen gegeven, vrijwillig nog wel want de leerkracht kon er inderdaad niets van.

Onbekwaam. Dat bracht me op ‘Wie gut sind waldorfschulen?‘, want daarin komen mensen uit het onderwijsveld vertellen wat ze in de steinerschool hebben gezien. Eén fragment is echt de moeite waard. Een steinerschoolleraar probeert iets te zeggen over rekenonderwijs. Een deskundige, professor rekendidactiek Jens Lorenz, maakt vervolgens een analyse van een door deze leraar gegeven rekenles. Zijn conclusie:

‘Mijn  indruk was dat het om te beginnen geen rekenonderwijs was, omdat er zoveel niet-relevante za­ken aan bod kwamen. Er werd gezongen, er werd bewogen, er werd allerlei gedaan, maar met getallen, rekenen of wiskunde had dat weinig te maken.’

‘Wat ik hier gezien heb, was vooral een onderwijs dat relatief weinig individualiseert en de individualiteit van het kind praktisch niet in ogenschouw heeft genomen.’

Klik hier voor het fragment (rekenen komt vanaf 1’26”. Analyse Lorenz vanaf minuut 3).

Vanuit de steinerschoolbeweging is trouwens geprobeerd om het uitzenden van deze documentaire tegen te houden, wat uiteindelijk niet gelukt is. Ergens is dit te begrijpen. Bekende onderwijsexperts maken in de documentaire brandhout van de steinerschool. Om te beginnen dr. Franz Monks, die de reputatie heeft de ‘paus’ van het onderzoek naar be­gaafdheid te zijn. Hij werkt re­gelmatig met steinerschoolleerlingen en heeft weinig lovende woorden over voor de steinerscholen.

‘…Strikt genomen is het een onpedagogie, omdat het een pedagogie is die op geen enkele wijze empirisch gefundeerd is. De steinerpedagogie is een pedagogie die een bepaald systeem oplegt, maar het kind niet de vrijheid geeft om zich werkelijk te ontwikkelen naargelang zijn innerlijke impulsen … Het kind lijdt daaronder, omdat het zichzelf voortdurend moet terughouden. Het weetgierige kind kan daardoor vals worden, kan daardoor een storingsveld worden. En dat brengt vaak ouders bij ons die hun kind niet meer herkennen, die zeggen: Ons kind heeft zich ontwikkeld op een manier die we niet voor mogelijk hielden…’

Wat dr. Monks hier aanhaalt, is eigenlijk het beste te duiden aan de hand van praktijkvoorbeelden. En die zijn alleen al op deze site in voldoende mate te vinden. Bijvoorbeeld in de rubriek ‘klachten’. Omdat er een prof aan het woord is,  bracht dit me onwillekeurig bij een verhaal dat hier een kleine twee jaar geleden verscheen en waarbij ook een professor was betrokken. Lees en vergelijk.

Voor C en K is een en ander wel duidelijk. Wat al door anderen geponeerd werd, weten ook zij. De Zonnewijzer beschikt in Wijgmaal over een prachtig schoolgebouw op een fijne plek, maar binnen dit gebouw overheersen de holle, pseudo-diepzinnige frasen die een gebrekkig functionerend onderwijs moeten verhullen. Het ziet er allemaal zo mooi uit en het ‘verhaal’ klinkt goed, maar didactisch en pedagogisch wordt er heel wat onheil aangericht.

Franz Monks noemt dit in één woord: onpedagogie. Maar er is meer.

De jongste zoon heeft vanaf de tweede klas drie jaar lang een inhoudelijk zeer armoedig onderwijs ‘genoten’. Een volstrekt inconsequente leraar bleek niet in staat om leerstof op een adequate wijze bij de leerlingen aan te brengen. De jongste heeft er al die tijd op zijn honger gezeten, wat – uit pure verveling – leidde tot baldadig en recalcitrant gedrag. Van dit gedrag, dat C en K van hem thuis zeker niet kenden, werden zij pas op de hoogte gesteld nadat het eigenlijk al geëscaleerd was en waarbij de verantwoordelijkheid voor de remediëring ervan eigenlijk volledig bij de ouders werd gelegd.

Bij Franz Monks heet het zo dat ‘ouders hun kind niet meer herkenden’. Dan is er nog een stukje in de klacht van de twee ouders dat betrekking heeft op ‘vals kunnen worden’.

De oudste zoon van C en K is vanaf het derde leerjaar in de Zonnewijzer naar school gegaan. Hij lijkt wel degelijker onderwijs dan zijn jongere broer gekregen te hebben. Maar sociaal gezien heeft hij het bijzonder moeilijk gehad. Zijn leerkracht hield er zeer bijzondere opvattingen op na over pestgedrag: omdat er volgens hem ‘leiders’ en ‘volgers’ zijn, achtte hij het niet nodig om bij pestgedrag in te grijpen – dat was de natuurlijke gang van de wereld volgens hem, maar voor de jongen was het wel een bijzonder nare ervaring die zijn verhouding tot andere kinderen geen goed heeft gedaan.

Niet ingrijpen bij pestgedrag heeft in dit geval tot een ongunstige ontwikkeling geleid. Het heeft de jongen zijn relatie tot de anderen verstoord. Pesters laten begaan (zie ook ‘Vieze neger?‘) …is er iets meer onpedagogisch?

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Author: Ramon De Jonghe

5 thoughts on “Onpedagogie

  1. Kunnen we hier iets uit op maken?

    De eindevaluaties van twee leerkrachten van een derde leerjaar in ‘de’ steinerschool Zonnewijzer.

    de turnleraar schrijft het volgende:

    J. is een wat afwezige en dromerige leerling in de LO lessen. Hij heeft veel moeite om te doen wat van hem gevraagd wordt. Nog al te vaak doet hij gewoon zijn zin en is hij niet aanspreekbaar. Op deze manier komt hij ook weinig vooruit en leert hij de vaardigheden van de derde klas niet. Ik hoop dat hij in de toekomst wat meer bij de zaak blijft en doet wat van hem gevraagd wordt.

    De leraar Frans en Engels schrijft:

    J. heeft zich bijna nooit tot het lesgebeuren betrokken. Altijd was er wel iets anders te vinden om zich mee bezig te houden. Vaak stoorde hij de les en kon het dan moeilijk opbrengen om naar mij te luisteren. Hij toonde weinig interesse en enthousiasme, zelf bij spelletjes en verhalen kon hij niet aandachtig blijven. Hierdoor zijn er wat gaten in zijn woordenschatkennis, de versjes heeft hij ook niet helemaal onder de knie.

    Nu vraag ik mij af, als een leerling niet doet wat hij moet doen, of men dan niet best de ouders daarvan op tijd op de hoogte brengt. Zodat men er iets kan aan doen. Met een eindevaluatie ben ik niets want dan is het schooljaar voorbij.

    Als ik de klastitularis thuis opbel, want de vakantie is uiteraard begonnen, en vraag wat er aan de hand is, is die even verbaasd als ikzelf. Ik kan niet anders dan dit te laten voor wat het is. Het volgend schooljaar wordt daar niets meer over gezegd. In de nieuwe school is turnen een plezier geworden. J. heeft nog nooit de klas gestoord. Hij werkt mee als de beste. Niemand heeft er een probleem met zijn gedrag.

    Ik ben nu een gelukkige ouder met een gelukkig kind.

  2. Erika :

    Kunnen we hier iets uit op maken?

    De eindevaluaties van twee leerkrachten van een derde leerjaar in ‘de’ steinerschool Zonnewijzer.

    de turnleraar schrijft het volgende:

    J. is een wat afwezige en dromerige leerling in de LO lessen. Hij heeft veel moeite om te doen wat van hem gevraagd wordt. Nog al te vaak doet hij gewoon zijn zin en is hij niet aanspreekbaar. Op deze manier komt hij ook weinig vooruit en leert hij de vaardigheden van de derde klas niet. Ik hoop dat hij in de toekomst wat meer bij de zaak blijft en doet wat van hem gevraagd wordt.

    De leraar Frans en Engels schrijft:

    J. heeft zich bijna nooit tot het lesgebeuren betrokken. Altijd was er wel iets anders te vinden om zich mee bezig te houden. Vaak stoorde hij de les en kon het dan moeilijk opbrengen om naar mij te luisteren. Hij toonde weinig interesse en enthousiasme, zelf bij spelletjes en verhalen kon hij niet aandachtig blijven. Hierdoor zijn er wat gaten in zijn woordenschatkennis, de versjes heeft hij ook niet helemaal onder de knie.

    Nu vraag ik mij af, als een leerling niet doet wat hij moet doen, of men dan niet best de ouders daarvan op tijd op de hoogte brengt. Zodat men er iets kan aan doen. Met een eindevaluatie ben ik niets want dan is het schooljaar voorbij.

    Als ik de klastitularis thuis opbel, want de vakantie is uiteraard begonnen, en vraag wat er aan de hand is, is die even verbaasd als ikzelf. Ik kan niet anders dan dit te laten voor wat het is. Het volgend schooljaar wordt daar niets meer over gezegd. In de nieuwe school is turnen een plezier geworden. J. heeft nog nooit de klas gestoord. Hij werkt mee als de beste. Niemand heeft er een probleem met zijn gedrag.

    Ik ben nu een gelukkige ouder met een gelukkig kind.

    Erika,

    Ik zou van leraren verwachten dat ze voor een meer positieve benadering van een kind zouden kiezen. De steinerscholen beroepen zich volgens hun theorie toch op een aanpak waarbij het kind wordt aangesproken op waar het goed in is, niet op waar het faalt of slecht in is. Dat zie ik in bovenstaande ‘evaluatie’ niet terugkomen.
    Het is nogal een negatieve beoordeling van je kind (die inderdaad te laat komt, waardoor je voor een voldongen feit staat). Ik vind het een beetje gratuite, met niets onderbouwde uitspraken van die leraren.
    Is er eigenlijk in dat getuigschrift/rapport, buiten amateurpsychologie, ook ingegaan op de leervorderingen van je kind? Op wat hij gepresteerd of verwezenlijkt heeft? Want daar stuur je in eerste instantie je kind toch voor naar school. Dus mag daar ook wel iets over worden gezegd.

  3. Beste Ramon,
    Nu je het zegt, ik ben nog eens in al de ‘rapportjes’ (3) gaan neuzen.

    Het eerste leerjaar heeft een volgeschreven A4 blad:
    De leraar heeft het over handjes schudden en hoe ‘fragiel’ mijn zoon eruitziet, hoe vaak hij zit te dromen of hoe moe hij eruitziet. Hoe ze hem moeten aanporren, ‘hij vertrouwd het zaakje precies niet helemaal’, ‘ dingen gaan nog moeilijk hoewel hij al een hele weg heeft afgelegd’, hij vertelt niet veel tenzij het iets speciaals is. cijfers en letters gaan heel goed maar hij spiegelt nog wel eens,tekenen vraagt veel moeite maar ze zijn mooi en kleurrijk, hij heeft veel oog voor detail, handwerk begint te gaan, turnen is stroef alleen touwspringen begint te lukken.
    De leerstof blijft verder een raadsel.

    Het 2de leerjaar heeft welgeteld 4 A4 bladen:
    Dezelfde zaken als hierboven komen gedeeltelijk terug. Mijn zoon komt er iets beter uit. Hij maakt nieuwe vriendjes en daar heeft de leraar zijn mond vol van, de leerstof heeft hij ‘onder de knie’.
    leerstof: versjes en spreuken, bewegingen, lier, heemkunde, vormtekenen en in dat laatste is J. heel goed, muziek, schilderen, handwerk en vertellen.
    Taal: lezen wat er op het bord staat, ook klassikaal, overschrijven van het bord, tweeklanken,wat ze er mee aanvangen is een raadsel. Uiteraard komt ook het toneel aan bod waar J. als verteller,de rol die hij zelf kiest, van het verhaal iedereen verbluft met zijn juiste weergave van het verhaal.
    rekenen:tellen en terugtellen, bewerkingen zijn wederom een raadsel.

    3de leerjaar met een half A4 blad:
    Met de volledige evaluatie van het 3de jaar. Letterlijk overgeschreven. Net zoals de kinderen in de klas doen.
    ‘De laatste tijd lijkt j. wat verloren te lopen. Omwille van zijn vriend, vertelde hij mij. Deze heeft een andere vriend en J. is nu soms het vijfde wiel aan de wagen. Toch is dit misschien wel goed, zo kan hij weer aansluiting vinden bij de andere jongensgroep.
    Het optreden van J. bij het toneel was heel mooi. Vol overgave speelde hij vuurelement en Filistijn. Hij ging echt op in zijn rol. En dat is ook de bedoeling van zo een toneel. Mogelijkheden aan de kinderen bieden om zich te verbinden. Ook J. heeft dit nodig.’

    Als ik nu zijn werkjes erbij neem kom ik tot de ondervinding dat hij inderdaad niet meer geleerd heeft dan wat er in die evaluatie’s vermeld staat. Waaruit ik afleid dat mijn zoon zich daar sierlijk verveeld heeft. Wat kan een jongen dan anders doen dan zijn energie op andere vlakken te benutten.

    Het sociale aspect in de klas is mij nooit duidelijk geweest. Eerst is het geweldig dat J. nieuwe vrienden maakt, achteraf is het goed om bij de andere jongensgroep aan te sluiten en de vorige te laten voor wat ze zijn.
    Met zijn vriend is het niet meer goed gekomen, want het schooljaar zat erop. Ze hadden duidelijk ruzie gehad en de leraar vond het blijkbaar normaal dat de jongens zo de grote vakantie tegemoet gingen. Van verzoening is geen sprake geweest. Het volgend schooljaar was drie weken bezig en ’t was nog steeds niet bijgelegd.
    Als je ‘stoute’ kinderen wilt creëren is dit volgens mij de beste oplossing.

  4. Ik ben nog iets heel pedagogisch tegengekomen.
    De eerste tekst in normaal geschrift afgeschreven van het bord en hier letterlijk overgeschtreven, begin 4de leerjaar:

    ‘de Edda
    Uit Imires vlees werd de aarde geschapen uit zijn beenderen de bergen uit zijn bloed de baren het geboomte uit zijn haar en uit zijn hoofd de hemel Uit zijn wenkbrauwen maakten de welwillende goden Midgardr voor mensen en tot dreigende donkere wolken werden zijn hersens herschapen’

    Hun eerste griezelverhaaltje?
    Deze tekst is niet nagekeken door de leraar, ik weet dus niet of hij juist is overgeschreven, maar als ik dit aan ouders laat lezen vragen ze me of hij daar geen nachtmerrie van krijgt. Ik heb hier geen antwoord op. Mijn kinderen dromen allemaal rare dingen. Ook voor de steiner periode.

    Wat de lesinhoud betreft. Ze hadden nog geen hoofdletters leren schrijven, enkel wat losse letters en een paar keer het alfabet. De ‘e’ na de ‘r’ was totaal verkeerd geschreven.
    Zegt dit iets over de leerstof of over de leerkracht?

  5. Wel erika wat dat laatste betreft kan ik je in ieder geval zeggen dat ik uit mijn eigen ervaringen vooral geleerd heb dat de kwaliteit van Steineronderwijs (zowel vormelijk als inhoudelijk) 100 procent afhankelijk is van de leerkracht.

    Ikzelf heb in het lager onderwijs geluk gehad om bij een geroutineerde en goede leerkracht te zitten die ook bovenstaande verhalen uit o.a. de Veda op een kindvriendelijke manier aanbracht en die ook de theorie ruim aan bod liet komen (rekenen, taal, aardrijkskunde, biologie enz.). Wat deze vrouw deed was waarschijnlijk hoe Steineronderwijs bedoeld is en het was heel goed. Wat ik echter wel vaststelde is dat dit eerder de uitzondering is dan de regel. Vaak zijn leerkrachten te geobsedeerd door de antroposofie en wordt het theoretische luik (rekenen, taal enz.) totaal vergeten (= leerachterstand). Daarnaast houden sommige leerkrachten zoals jij beschrijft ook totaal geen rekening met de kinderwereld/taal/fantasie. Wat de antroposofie beschrijft is juist en zal meegedeeld worden.

    Het hoeft verder geen betoog waarom ik Steineronderwijs nooit zou aanraden. De zaken die ik hier in jouw reacties beschreven zie zijn schering en inslag. Dat is uiteraard ook logisch als je leerkrachten zich op geen enkele manier moeten houden aan een bepaald curriculum of dat algemeen afgekeurd sociaal gedrag (lijfstraffen, pedagogisch onverantwoorde verhalen, onaangepast taalgebruik, onevenwichtige lessen enz.) binnen de steinergemeenschap niet wordt afgekeurd. Je kan het vergelijken met een groot bedrijf waar geen regels zijn voor de bazen en waar ook geen CAO is. Heb je een goede toffe baas die het goed met je kan vinden is alles ok, maar laten we allemaal eerlijk zijn, in een omgeving waar één iemand de regels bepaalt (en waarin de regels niet duidelijk zijn) zijn de meeste ondergeschikte individuen ongelukkig.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *