‘Ik kan een appel bikken zonder tanden, binkske’
Het is niet dat ik een bepaald plan heb om een en ander neer te schrijven. Gewoon wat in me opkomt, schrijf ik op. Nadien moet maar blijken of er een verhaal in zit. Met schrijven is het zo dat je het moet doen. Een keer dat je bezig bent, leidt het ene naar het andere. Ook een reactie van iemand kan een gat in je geheugen opvullen.
Ik vertelde iets over ons ma zaliger en een kleinzoon van een van ons ma haar beste vrienden reageerde daarop. Ik moest onmiddellijk aan de grootvader denken. ‘Och ja,’ dacht ik, ‘die oude Jef was toch een brave mens. Maar hoe heette zijn vrouw nu weer?’ Ik kon ze perfect voor de geest halen, maar haar naam viel me niet in. Ik herinner me wel dat ons ma met haar caravan jaren bij Jef ‘op de plein’ had gestaan en ze iedere avond bij hem en zijn vrouw ging buurten. In het halfdonker zaten ze dan bij de stoof verhalen uit hun goede oude tijd op te halen. Als ik binnenkwam, kreeg ik altijd hetzelfde verhaal te horen; Hoe Jef zijn gebit niet kon verdragen, omdat hij het te weinig had ingedaan en zijn tandvlees daardoor te hard was geworden. ‘Ik kan een appel bikken zonder tanden, binkske, zelfs een biefstuk.’ En dan lachte hij zijn tandvlees bloot alsof hij reclame voor tandpasta aan het maken was.
Jef had leukemie, bloedkanker, maar werd behandeld door een kwakzalver die ernaar het schijnt voor gezorgd heeft dat Jef heel wat jaren langer geleefd heeft dan voorzien. Ondanks zijn ziekte kon erbij Jef altijd gelachen worden. Zijn vrouw kon ons ma haar humor, grotendeels beledigende, niet altijd volgen. Misschien omdat ze zich aangesproken voelde doordat ons ma altijd over die lompe boeren bezig was. Jef vond het in ieder geval hilarisch. Een keer Jef in de lach schoot, moest je onvermijdelijk ook lachen. Als er niemand was om over te roddelen, begonnen ze met zichzelf te lachen. Dat was op zich niet zo moeilijk en het ging meestal over grote neuzen. Ons ma met haar dikke neus, een familiejuweel waar zelfs Karl Maldens aardappel bij in het niet verzonk, Jef met zijn enorme haakneus waarop Gonzo van de Muppets jaloers kon zijn.
Ik lachte meestal net zolang mee totdat die twee over mijn snufferd begonnen. Hoewel Jef er meestal wel bij vermeldde dat een grote neus op een grote siebrik wijst. Jef was een wijs man.