. Steeds verscheen zij, tante Betty, heel frivool Op feestjes, drankgelag en in menig natte droom Zij speelde van nature natuurlijk de eerste viool En op elke koffie symboliseerde zij de room Oom Jan, een soort half dooie kabeljauw Hield Betty met argusogen in de gaten Want in sommige gezegdes was zij gauw Vooral in…
Categorie: Karrekesvolk
Karrekesvolk en ander gepeupel (24) – Handen uit de mouwen
Als er iets is dat ik me herinner van mijn jonge jaren, is dat het er constant gewelddadig aan toe ging. Zo vaak er gebatterd werd, minstens zo vaak werd er ook over batteren gesproken. Voor elk probleem bestond een universele oplossing: ‘Kleunt ‘em’. Of anders gezegd: ‘Sloan, pa!’ Van mijn zestiende tot mijn twintigste…
Karrekesvolk en ander gepeupel (23) – Prematuurke
‘Als ik morgen geen zin heb om te werken dan stel ik al het werk tot overmorgen uit’ Het zou mijn lijfspreuk kunnen zijn, maar eigenlijk gaat dit nergens over. Er komt een moment in een mens zijn leven dat hij – zonder de lammen tegen hun zere been te willen trappen – op eigen…
Karrekesvolk en ander gepeupel (22) – Two bitches, one boner
Als twee honden vechten om een been loopt de derde ermee heen, aldus het gezegde.Vandaar de ’two bitches and one boner’. Een huwelijk is er uit voortgekomen. Tegen alle richtlijnen van de familieraad in. Met een kafferin nog wel. ‘Jongen, begin er niet aan. Je gaat miserie hebben’. Ons ma, ze bedoelde het goed en…
Karrekesvolk en ander gepeupel (21) – Kutwerk
Het spijt me, maar door familiale omstandigheden (zeker niet overgeërfde luiheid!) heb ik niet meer aan mijn feuilleton voortgewerkt. Bovendien is het moeilijk om iets over gepeupel te schrijven zonder mensen tegen de schenen te trappen en heb ik me dus een beetje koest gehouden. Maar kom ik op facebook in een discussie met en…
Karrekesvolk en ander gepeupel (20) – Mechels maasde bebout
In 1980 werden briefjes van twintig frank vervangen door muntstukken, dus moet het ergens eind jaren 70 zijn geweest dat ik samen met mijn neef briefjes van twintig frank vanonder de jullen die op straat stonden schoepte. Hooguit tien jaar oud waren we, maar het handeltje dat we hadden opgezet was zeer lucratief. Er was…
Karrekesvolk en ander gepeupel (19) – Alleen voor familie
Een besloten gezelschap liep achter de begrafenisondernemer, die de urne plechtig voor zich uit hield. De familie had ons niet laten weten wanneer de uitvaartplechtigheid zou plaatsvinden. Kort daarvoor had mijn oudste zus me gebeld om te zeggen dat de vader van mijn jongste zus was overleden en niemand van ons wist waar en wanneer…
Karrekesvolk en ander gepeupel (18) – Kleinburgerdom
Ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik het voyageursleven niet mis. Ik mis het wel degelijk. Toch heb ik er geen spijt van dat er ik geen deel meer van uitmaak. Als kleine jongen droomde ik er al van om een rustig leven te leiden. Ver weg van het het gedreun van de…
Karrekesvolk en ander gepeupel (17) – Nachtleven
Het was een zomer om u tegen te zeggen. Weken geen druppel regen en aanhoudende temperaturen van rond de dertig graden. Op de Sinksenfoor klinkt het laatste lied. De attracties worden gesloten en het jonge geweld maakt aanstalten om uit te gaan. De twee neven spreken af om niet met de grote hoop op stap te gaan….
Karrekesvolk en ander gepeupel (16) – Kruipend bloed
Ik las ergens dat een of andere fotografe anderhalf jaar lang een forain van de achtste generatie heeft gevolgd en daar in 2015 een boek over zou uitbrengen met als titel: Forain, kaffers en boerinnen. Ik heb het boek niet zien verschijnen, maar er is wel iets blijven hangen van dat verhaal. ‘Al wie geboren…
Karrekesvolk en ander gepeupel (15) – Gasten
Nu ik al geruime tijd iedereen die met het voyageursleven te maken heeft aan het indelen ben in vakjes kom ik tot de vaststelling dat ik een categorie over het hoofd heb gezien: de gasten. Voor de doorsnee boerenlul: met gast wordt in het kermismilieu een helper of handlanger van buitenaf bedoeld. In principe een kaffer die…
Karrekesvolk en ander gepeupel (14) – Quatre Bras
Ik probeer er een beetje een overzichtelijk verhaal van te maken, maar hoe krijg ik in allahsnaam helder verwoord dat mijn jong leven zich afspeelde op de scheidslijn van forains, zigeuners, patjalders en kaffers? Als we niet aan het rondtrekken waren als zigeuners, deden we de kermissen om rond te komen. Brachten de kermissen niet…
Karrekesvolk en ander gepeupel (13) – ‘Ons Joske’
Voor mij was hij eenvoudigweg ‘mijne peter’, Joseph, maar de rest van de familie had een heel arsenaal aan namen voor hem in petto. Waaronder weinig vleiende: ‘moppersmurf’, wat gezien de gemiddelde lichaamslengte in de familie een dubbelslag bleek; ‘Grumpy’, naar de altijd slechtgezinde dwerg van Sneeuwwitje; en zeker niet te vergeten, ‘den dikke’. Bij…
Karrekesvolk en ander gepeupel (12) – De Zandberg
De vele kermissen tijdens een kermisseizoen sluiten niet altijd naadloos op mekaar aan. Soms gebeurde het dat we tussen twee kermissen een week stil lagen. We spreken over de periode dat het gros van de voyageurs nog geen eigen grond had om in een rustperiode of in de winter met de barakken en woonwagens te staan….
Karrekesvolk en ander gepeupel (11) – Grüss Gott!
Het leven is zowel tragedie als komedie. Tragedie wanneer we ons leven inrichten als een schijnspel van de werkelijkheid of tot een treurende schim van de waarheid maken. Komedie wanneer die tragedie zo’n buitensporige vorm aanneemt dat we er zelfs niet meer door gaan huilen en de traan plaats moet ruimen voor de lach. Daarover…
Karrekesvolk en ander gepeupel (10) – ‘Vergeet je afkomst niet’
Van alle nonkels was hij degene die ik het beste heb gekend. Zonder twijfel behoort hij tot de kleurrijkste figuren onder de voyageurs van de twintigste eeuw. Bij ons thuis vonden ze hem de plezante nonkel. ‘Maar wel een ambetanterik als hij gedronken heeft’, voegden ze er meestal aan toe. Dat zal dan wel in…
Karrekesvolk en ander gepeupel (9) – Wie van de drie?
‘Wat zijn pottenschijters en wie zijn ze?’ Ik had het eerder al over ons ma haar koelbox die dienst deed als jul en dat we die in het holst van de nacht ledigden in het riool. Nu gebiedt de eerlijkheid me te zeggen dat we niet altijd een riool op wandelafstand hadden of dat de…
Karrekesvolk en ander gepeupel (8) – Woonwagenkamp
We stonden met de woonwagens op een open plek in het bos achter het kerkhof. Ver weg van de bewoonde wereld richtten we daar onze eigen samenleving in. Met eigen wetten en regels. Te zeggen: zo goed als geen. Je kon het ene moment met zijn allen aan het lachen zijn om een grap, om…
Karrekesvolk en ander gepeupel (7) – Straatrace
Een dubbele trouw is iets dat je niet iedere dag tegenkomt. Broer en zus hadden besloten om op dezelfde dag te trouwen en het trouwfeest zou vlakbij huis, in Aarschot op de Ourodenberg, doorgaan. Hij trouwde met iemand van een patjaldersfamilie, zij trouwde met haar neef, het petekind van haar vader, nonkel Iz. Het feest…
Karrekesvolk en ander gepeupel (6) – Jos ‘den boer’
Vandaag de dag kan het iedereen zijn, maar zo’n dertig jaar geleden wist iedereen onmiddellijk over wie het ging: ‘den boer’. Hoe is het zover kunnen komen dat gestampte boeren zich hebben kunnen integreren op de kermis? Ik heb het dan niet over de een of andere kaffer of kafferin die met een forain trouwt en…
Karrekesvolk en ander gepeupel (5) – Enkele uitverkorenen
Als ik het over voyageurs heb, bedoel ik dat meestal een heel stuk ruimer dan alleen forains of foorreizigers. Toch betrap ik mezelf erop dat ik soms het woord voyageurs gebruik, terwijl ik het in die bepaalde situatie alleen over forains heb. Ik moet daar nog een beetje duidelijker in worden. Niet gemakkelijk, want zoals al…